Wijzigingswet regelingen betreffende waarborgen rond vervolging
Wet van 1 november 2001 tot wijziging van de regelingen betreffende de waarborgen rond de vervolging
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid om zich over het niet vervolgen van strafbare feiten te beklagen in ruimere mate open te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel l
[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
Artikel ll
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel lll
Kennisgevingen van niet verdere vervolging en beschikkingen waarin verklaard wordt dat de zaak geƫindigd is welke van voor de inwerkingtreding van deze wet dateren, hebben de rechtsgevolgen die daar ten tijde van hun totstandkoming aan worden toegekend.
Artikel lV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 1 november 2001
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
Uitgegeven de dertiende november 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals